ECLI:NL:HR:2010:BL9114

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/01371
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • F.H. Koster
  • J.W. Ilsink
  • W.M.E. Thomassen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen vrijspraak in strafzaak met klacht over motivering

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de Advocaat-Generaal tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 30 mei 2007 werd gewezen in de strafzaak tegen een verdachte geboren in 1959. De Hoge Raad heeft op 6 juli 2010 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 09/01371. De Advocaat-Generaal heeft in zijn schriftuur een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. C.W. Noorduyn en mr. Th.J. Kelder, heeft het beroep van de Advocaat-Generaal tegengesproken. De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), er geen nadere motivering nodig is, omdat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de vrijspraak van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.

Uitspraak

6 juli 2010
Strafkamer
Nr. 09/01371
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 mei 2007, nummer 23/003905-06, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Namens de verdachte hebben mr. C.W. Noorduyn en mr. Th.J. Kelder, beiden advocaat te 's-Gravenhage, het beroep van de Advocaat-Generaal tegengesproken.
De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 6 juli 2010.