ECLI:NL:HR:2010:BL9016

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/01922
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over het begrip 'processtuk' en de redelijke termijn in strafzaken

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 29 april 2008 is gewezen. De verdachte, geboren in 1977, heeft beroep ingesteld tegen de opgelegde straf, die bestond uit een taakstraf en vervangende hechtenis. De advocaat van de verdachte, mr. H. Sytema, heeft een middel van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar enkel wat betreft het aantal uren taakstraf en de duur van de vervangende hechtenis. De Hoge Raad heeft het aantal uren taakstraf verminderd tot 171 en de duur van de vervangende hechtenis tot 85 dagen. De Hoge Raad oordeelt dat het middel niet tot cassatie kan leiden, omdat het geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling. Tevens heeft de Hoge Raad ambtshalve beoordeeld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM, is overschreden, wat heeft geleid tot een vermindering van de opgelegde taakstraf. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 28 september 2010, waarbij de vice-president en twee raadsheren betrokken waren. De beslissing van de Hoge Raad is dat het beroep voor het overige wordt verworpen.

Uitspraak

28 september 2010
Strafkamer
nr. 08/01922
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 29 april 2008, nummer 22/003751-07, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. H. Sytema, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak
De Hoge Raad doet uitspraak nadat meer dan twee jaren zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Dat brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde taakstraf in de vorm van een werkstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis.
4. Slotsom
Nu het middel niet tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad geen andere dan de hiervoor onder 3 genoemde grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft het aantal uren te verrichten taakstraf en de duur van de vervangende hechtenis;
vermindert het aantal uren taakstraf in die zin dat dit 171 uren bedraagt;
vermindert de duur van de vervangende hechtenis in die zin dat deze 85 dagen beloopt;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 28 september 2010.