ECLI:NL:HR:2010:BL8998
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen vrijspraak in strafzaak met klacht over motivering
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 30 mei 2007 is gewezen in de strafzaak tegen een verdachte geboren in 1948. De Advocaat-Generaal bij het Hof heeft het cassatieberoep ingesteld en een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. D.R. Doorenbos, heeft het beroep van de Advocaat-Generaal tegengesproken. De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het middel niet kan leiden tot cassatie. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering vereist is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, en het arrest is uitgesproken op 6 juli 2010 door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, in aanwezigheid van waarnemend griffier J.D.M. Hart.