ECLI:NL:HR:2010:BL8879
Hoge Raad
- Cassatie
- C. Schaap
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- Rechtspraak.nl
Cassatie over verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van bezwaren tegen aanslagen in het recht van successie
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbenden X1 en X2 tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem. De Rechtbank had eerder het verzet van belanghebbenden tegen de niet-ontvankelijkverklaring van hun bezwaren tegen aanslagen in het recht van successie ongegrond verklaard. De Inspecteur had de bezwaren van belanghebbenden niet-ontvankelijk verklaard op grond van termijnoverschrijding. Belanghebbenden stelden echter dat hun bezwaarschrift tijdig was ingediend en dat de Rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat zij geen gronden hadden aangevoerd tegen de niet-ontvankelijkverklaring.
De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van belanghebbenden slagen. De Inspecteur had erkend dat het bezwaarschrift tijdig was ingediend, maar had desondanks de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad concludeert dat de Rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat belanghebbenden geen beroepsgronden hadden aangevoerd tegen de niet-ontvankelijkverklaring. Hierdoor kan de uitspraak van de Rechtbank op het verzet niet in stand blijven.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van de Rechtbank en verklaart het verzet gegrond. De Rechtbank moet het onderzoek voortzetten in de stand waarin het zich bevond. Tevens wordt de Staat veroordeeld tot vergoeding van griffierechten en proceskosten aan de zijde van belanghebbenden, waaronder kosten voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.