ECLI:NL:HR:2010:BL8797
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Hervatting van de terechtzitting in gewijzigde samenstelling en de gevolgen voor het proces
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 mei 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De zaak betreft een verdachte die in hoger beroep was gegaan tegen een eerdere uitspraak. De kern van de zaak draait om de vraag of het Hof, dat steeds anders was samengesteld, de terechtzitting op de juiste wijze heeft hervat na schorsingen. De Hoge Raad verwijst naar relevante overwegingen uit eerdere jurisprudentie en stelt vast dat het Hof ten onrechte de terechtzitting in de stand heeft hervat waarin het onderzoek zich bevond ten tijde van de schorsing. Dit gebeurde op twee verschillende data, namelijk 19 mei 2008 en 15 september 2008. Ondanks de onterechtheid van deze procedurele stap, leidt dit niet tot cassatie omdat zowel de Procureur-Generaal als de verdediging instemden met de hervatting van het onderzoek in de bestaande stand. De middelen die door de verdediging zijn ingediend, bevatten geen argumenten die aantonen dat de verdachte in enig rechtens te respecteren belang is getroffen door deze procedurele fouten. De Hoge Raad concludeert dat de middelen tevergeefs zijn voorgesteld en verwerpt het beroep. De uitspraak benadrukt het belang van de samenstelling van de rechters en de noodzaak om het onderzoek opnieuw te starten bij een gewijzigde samenstelling, zoals vastgelegd in de wet.