ECLI:NL:HR:2010:BL7959
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Lourens
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de ontvankelijkheid van beroep tegen aanslag vennootschapsbelasting en de toepassing van artikel 6:11 Awb
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van de Rechtbank te Breda, waarin een belanghebbende, X B.V., een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 2003 had ontvangen. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarna belanghebbende beroep instelde. De Rechtbank verklaarde dit beroep echter niet-ontvankelijk. Belanghebbende ging in verzet tegen deze uitspraak, en de Rechtbank verklaarde het verzet gegrond. De Staatssecretaris ging hiertegen in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank buiten de rechtsstrijd is getreden door te oordelen dat artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing was, zonder dat dit door belanghebbende was gesteld. De Hoge Raad stelt vast dat de Rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat belanghebbende redelijkerwijs niet kan worden verweten dat zij buiten de termijn beroep heeft ingesteld. Dit oordeel was gebaseerd op de veronderstelling dat de uitspraak op het bezwaarschrift op de juiste wijze was bekendgemaakt, maar er was geen bewijs dat belanghebbende daadwerkelijk op de hoogte was van deze uitspraak.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van de Rechtbank en verwijst de zaak terug naar de Rechtbank te Arnhem voor verdere behandeling van het verzet, met inachtneming van het arrest. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen op 19 maart 2010 door de raadsheren P. Lourens, P.M.F. van Loon en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.