ECLI:NL:HR:2010:BL7680
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de beperking van hoger beroep na vrijspraak in strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 19 juni 2008 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1978. De verdachte was door de Rechtbank vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging, maar zowel de verdachte als het Openbaar Ministerie (OM) hebben hoger beroep ingesteld. Tijdens de behandeling van het hoger beroep heeft de verdachte aangegeven dat zijn beroep niet gericht was tegen de vrijspraak van het tweede tenlastegelegde feit. Het Hof heeft geoordeeld dat het hoger beroep van de verdachte beperkt was tot de feiten waarvoor hij was veroordeeld, en dat het niet nodig was om te beraadslaan over de vrijspraak. De Hoge Raad heeft in cassatie geoordeeld dat het oordeel van het Hof niet getuigt van een onjuiste rechtsopvatting. De Hoge Raad heeft het beroep van de verdachte voor het overige verworpen, maar heeft wel geoordeeld dat de redelijke termijn in de cassatiefase is overschreden, wat leidt tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van vijf jaren. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 21 september 2010, waarbij de gevangenisstraf is verminderd tot vier jaren en zes maanden.