ECLI:NL:HR:2010:BL7668
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. Dorst
- J.P. Balkema
- J. de Hullu
- C.H.W.M. Sterk
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep in strafzaak zonder schriftuur houdende grieven
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 mei 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis, maar had geen schriftuur houdende grieven ingediend en was niet verschenen ter zitting. De advocaat van de verdachte, mr. C.R. Hettema, was wel aanwezig en had het woord tot verdediging gevoerd. Het Hof verklaarde de verdachte niet ontvankelijk in het hoger beroep, omdat er geen schriftelijke grieven waren ingediend en de verdachte mondeling geen bezwaren had opgegeven. De Hoge Raad oordeelde dat de vaststelling van het Hof dat de verdachte niet mondeling zijn bezwaren had opgegeven, zonder nadere motivering niet begrijpelijk was. Dit leidde tot de conclusie dat de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep onterecht was. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor een nieuwe behandeling. De uitspraak benadrukt het belang van de mogelijkheid voor de verdachte om zijn bezwaren kenbaar te maken, zelfs als hij niet zelf ter zitting verschijnt. De Hoge Raad bevestigde dat de procedurele rechten van de verdachte in acht moeten worden genomen, en dat een niet-ontvankelijkverklaring zonder voldoende motivering niet kan worden gehandhaafd.