ECLI:NL:HR:2010:BL7642
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- F.B. Bakels
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Alimentatie en peildatum bij wijziging van alimentatie voor gewezen echtgenoten
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen een vrouw en een man over de wijziging van alimentatie na hun scheiding. De vrouw, verzoekster tot cassatie, heeft beroep ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te Arnhem, waarin de alimentatie is gewijzigd. De man, verweerder in cassatie, heeft een voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Zutphen en het gerechtshof te Arnhem, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in de middelen zijn aangevoerd niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, wat inhoudt dat er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt zowel het principale als het incidentele beroep. De beschikking is gegeven door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter, samen met de raadsheren O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en is openbaar uitgesproken door raadsheer A. Hammerstein op 23 april 2010.