ECLI:NL:HR:2010:BL7172
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- Rechtspraak.nl
Werktuigenvrijstelling bij windturbine en waardevaststelling door heffingsambtenaar
In deze zaak gaat het om de waardering van een onroerende zaak, specifiek een windturbine, voor het tijdvak van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006. De heffingsambtenaar van de gemeente Zeewolde had de waarde van de onroerende zaak vastgesteld, maar na bezwaar van de belanghebbende werd deze waarde verlaagd. De Rechtbank te Zwolle-Lelystad verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond en vernietigde de uitspraak van de heffingsambtenaar. Hierop stelde de heffingsambtenaar hoger beroep in bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van de Rechtbank vernietigde en het beroep tegen de heffingsambtenaar ongegrond verklaarde. De belanghebbende ging in cassatie tegen deze uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de uitspraak van de Rechtbank ten onrechte had vernietigd zonder voldoende motivering. De Hoge Raad stelde vast dat de waardevaststelling door de heffingsambtenaar was gebaseerd op een betwiste overeenkomst, en dat het Hof deze vaststelling had aanvaard zonder de nodige onderbouwing. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. Tevens werd de gemeente Zeewolde veroordeeld tot vergoeding van griffierecht en proceskosten aan de belanghebbende. De Hoge Raad benadrukte dat het Gerechtshof moet onderzoeken of de gestelde overeenkomst daadwerkelijk is gesloten en welke gevolgen dit heeft voor de waardering van de windturbine.
Dit arrest is van belang voor de toepassing van de werktuigenvrijstelling in het kader van de Wet waardering onroerende zaken, en voor de motiveringsplicht van de rechter bij het vaststellen van de waarde van onroerende zaken.