ECLI:NL:HR:2010:BL6769

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/02445
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Gravenhage inzake strafzaak

Op 20 april 2010 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de zaak met nummer 09/02445, waarbij het beroep in cassatie werd behandeld tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 24 februari 2009. De verdachte, geboren in 1985, had geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland ten tijde van de betekening van de aanzegging. Het beroep in cassatie werd ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. K.R. Verkaart, advocaat te Rotterdam. In de schriftuur die aan het arrest was gehecht, werd een middel van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. Volgens artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) behoeft dit geen nadere motivering, omdat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft derhalve het beroep verworpen.

Dit arrest is uitgesproken door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren J.P. Balkema en M.A. Loth, in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart. De uitspraak vond plaats op 20 april 2010.

Uitspraak

20 april 2010
Strafkamer
Nr. 09/02445
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 24 februari 2009, nummer 22/004265-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985, ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. K.R. Verkaart, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 20 april 2010.