ECLI:NL:HR:2010:BL6761
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cumulatieve kwalificatie en vernietiging van de bestreden uitspraak in een strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 juli 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1985 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Vught', had beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van het Hof. De advocaat van de verdachte, mr. J. Goudswaard, had middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Vegter concludeerde tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen voor wat betreft de kwalificatie van de feiten en de duur van de opgelegde gevangenisstraf.
De Hoge Raad oordeelde dat er sprake was van een kennelijke misslag in de bewezenverklaring, waarbij de woorden 'en/of' in de kwalificatie van de feiten niet correct waren. De Hoge Raad verbeterde de kwalificatie naar 'medeplegen van poging tot afpersing of diefstal, voorafgegaan van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk de diefstal voor te bereiden'. Daarnaast werd de opgelegde gevangenisstraf verminderd van vijf jaren naar vier jaren en negen maanden, omdat de redelijke termijn in de cassatiefase was overschreden.
De Hoge Raad concludeerde dat de middelen van de verdachte niet tot cassatie konden leiden, behalve voor de kwalificatie en de strafmaat. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsontwikkeling, vooral met betrekking tot de cumulatieve kwalificatie van strafbare feiten en de toepassing van artikel 55 Sr. De beslissing van de Hoge Raad is uitgesproken door de vice-president en vier raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.