ECLI:NL:HR:2010:BL6576
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en boetebeschikking
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 december 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting en een daarbij opgelegde boete. De belanghebbende, aangeduid als X, had een naheffingsaanslag ontvangen over het tijdvak van 6 mei 2000 tot en met 5 mei 2001. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de naheffingsaanslag, maar verminderde wel de boete. De Rechtbank te Haarlem verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond en vernietigde de uitspraken van de Inspecteur, inclusief de naheffingsaanslag en de boetebeschikking.
De Inspecteur ging in hoger beroep bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van de Rechtbank vernietigde, de boetebeschikking van de Inspecteur vernietigde, maar de naheffingsaanslag bevestigde en de boete verder verminderde. Hierop stelde de belanghebbende beroep in cassatie in, waarbij een middel werd voorgesteld. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in en stelde ook incidenteel beroep in cassatie in.
De Advocaat-Generaal M.E. van Hilten concludeerde op 5 februari 2010 tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie. De Hoge Raad verklaarde echter zowel het principale als het incidentele beroep in cassatie gegrond. De uitspraak van het Hof werd vernietigd, met uitzondering van de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten. De zaak werd verwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werd de Staat veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de Staatssecretaris van Financiën tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de belanghebbende.