ECLI:NL:HR:2010:BL5625
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over schuldheling en bewijsvoering bij de verwerving van een gestolen fiets
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 mei 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte was beschuldigd van schuldheling van een damesfiets, die hij in de periode van 14 juli 2004 tot en met 22 februari 2007 had verworven. De verdachte had de fiets gekocht van een onbekende man via marktplaats.nl voor € 120, zonder een aankoopbon te ontvangen. De fiets bleek eerder gestolen te zijn, wat leidde tot de beschuldiging van schuldheling.
De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van de schuldheling ontoereikend was gemotiveerd. De rechtbank had geconcludeerd dat de verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de fiets door misdrijf was verkregen, maar de Hoge Raad vond deze conclusie niet logisch. De verdachte had de fiets gekocht van een particulier en er waren geen duidelijke aanwijzingen dat de fiets gestolen was, zoals het ontbreken van een aankoopbon of een sticker van de rijwielhandelaar. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering in strafzaken, vooral in gevallen van schuldheling. De Hoge Raad stelde dat de motivering van de bewezenverklaring niet voldeed aan de eisen van de wet, wat leidde tot de vernietiging van de eerdere uitspraak. De zaak zal nu opnieuw worden behandeld door het Gerechtshof, waarbij de argumenten van de verdachte opnieuw in overweging worden genomen.