ECLI:NL:HR:2010:BL5584
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een arrest wegens onjuiste hervatting van het onderzoek ter terechtzitting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 mei 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een beroep in cassatie door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. J. Kuijper, tegen een arrest van het Hof van 23 juni 2008. De kern van de zaak draait om de vraag of het Hof in strijd heeft gehandeld met artikel 322, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) door het onderzoek ter terechtzitting te hervatten zonder de vereiste instemming van de Advocaat-Generaal en de verdachte. De Hoge Raad oordeelt dat uit het proces-verbaal van de terechtzitting van 23 juni 2008 blijkt dat deze instemming niet is gegeven. Hierdoor had het Hof het onderzoek opnieuw moeten aanvangen in plaats van het voort te zetten in de stand waarin het zich bevond ten tijde van de schorsing op 24 december 2007. Dit verzuim leidt tot nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting en de daarop gebaseerde einduitspraak. De Hoge Raad vernietigt daarom de bestreden uitspraak en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling.