ECLI:NL:HR:2010:BL4101
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie in strafzaak tegen verdachte wegens gebruik van valse documenten en vervalste reisdocumenten op Sint Maarten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 april 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De verdachte, geboren in 1959 en gedetineerd in het Huis van Bewaring op Sint Maarten, was in hoger beroep veroordeeld voor het gebruik van valse Litouwse aktes van naamswijziging en het in bezit hebben van vervalste reisdocumenten. De zaak kwam voor de Hoge Raad na een beroep in cassatie ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat mr. G. Spong. De Advocaat-Generaal Aben concludeerde tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de bewezenverklaring van de feiten 1 en 2 en de strafoplegging. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van de feiten niet uit de gebezigde bewijsmiddelen kon worden afgeleid, waardoor de uitspraak niet aan de wettelijke eisen voldeed. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar wees de zaak terug naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba voor herbehandeling van de zaak in het bestaande hoger beroep. De overige middelen werden verworpen, omdat deze niet tot cassatie konden leiden. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige bewijsvoering in strafzaken.