ECLI:NL:HR:2010:BL3179
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- J.W. Ilsink
- W.F. Groos
- C.H.W.M. Sterk
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Hinderlijk gedrag door bedelen in de openbare ruimte en de uitleg van de APV Utrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 juni 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van hinderlijk gedrag door te bedelen in de Stationshal te Utrecht op 2 november 2006. Het Hof had geoordeeld dat de verdachte zich hinderlijk had gedragen door passanten aan te spreken en daarbij zijn hand op te houden. De Hoge Raad oordeelde echter dat het Hof onvoldoende inzicht had gegeven in zijn gedachtegang en dat de uitleg van artikel 10 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Utrecht onjuist was. De Hoge Raad stelde dat niet elk bedelen automatisch hinderlijk gedrag oplevert dat de openbare orde verstoort. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 3 en 7 tenlastegelegde en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep voor het overige. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige motivering door de lagere rechters bij het vaststellen van hinderlijk gedrag in het kader van de openbare orde.