ECLI:NL:HR:2010:BL2220
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en vernietiging wegens dwaling met betrekking tot mededelingsplicht verhuurder
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen de eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. P. Garretsen, en de verweerder, Vesteda Groep B.V. De zaak betreft huurrecht en de vraag of er sprake is van vernietiging wegens dwaling. De eiser heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam, dat op 13 maart 2008 is gewezen. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de kantonrechter te Utrecht van 25 augustus 2004, 13 april 2005 en 26 oktober 2005, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak.
De kern van het geschil draait om de schending van de mededelingsplicht door de verhuurder en de vraag of de huurder als eigen schuld kan worden aangerekend dat hij de verhuurder niet in de gelegenheid heeft gesteld om vervangende huisvesting aan te bieden. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus gevolgd, die tot verwerping van het beroep strekt. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Vesteda zijn begroot op nihil. Dit arrest is gewezen op 26 maart 2010 en openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann.