ECLI:NL:HR:2010:BL2219
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- W.D.H. Asser
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van een franchiseovereenkomst en de gevolgen voor de contractuele boete
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om de ontbinding van een franchiseovereenkomst tussen De Glasgarage B.V. en een handelend persoon, die als verweerder is aangeduid. De Hoge Raad heeft op 19 maart 2010 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure, die volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Breda en een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de vraag of de ontbinding van de overeenkomst rechtmatig was en of er een contractuele boete opgelegd kon worden. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere uitspraken en concludeert dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in lijn met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat niet elke klacht om nadere motivering vraagt, vooral als deze niet relevant zijn voor de rechtsontwikkeling of rechtseenheid. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en veroordeelt De Glasgarage in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder op nihil zijn begroot. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer W.A.M. van Schendel, en de zaak is behandeld door de raadsheren A. Hammerstein, O. de Savornin Lohman en W.D.H. Asser.