ECLI:NL:HR:2010:BL1036
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en boetebeschikking
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting en een daarbij opgelegde boete aan belanghebbende, X1 te Z. De naheffingsaanslag was opgelegd over het tijdvak van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000. De Inspecteur had de naheffingsaanslag en de boetebeschikking gehandhaafd na bezwaar van belanghebbende. De Rechtbank te Leeuwarden verklaarde het beroep van belanghebbende ongegrond, waarna het Hof de uitspraak van de Rechtbank bevestigde. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat belanghebbende omzetbelasting verschuldigd was over de kaartverkopen aan particulieren. De Hoge Raad concludeerde dat de Inspecteur de naheffingsaanslag had berekend met miskenning van de regel dat de ontvangen bedragen de in totaal verschuldigde omzetbelasting moeten bevatten. Hierdoor was € 1390 te veel nageheven. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraken van het Hof en de Rechtbank, en verminderde de naheffingsaanslag tot € 11.608 en de boete tot € 1575. Tevens werd de Staat veroordeeld tot vergoeding van griffierechten en proceskosten aan belanghebbende.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een juiste berekening van de naheffingsaanslag en de rol van de feiten in de beoordeling van de rechtsvraag. De Hoge Raad heeft de zaak zelf afgedaan, wat aangeeft dat de feiten voldoende duidelijk waren om tot een beslissing te komen zonder verdere terugverwijzing naar lagere instanties.