ECLI:NL:HR:2010:BL0671
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag omzetbelasting en terbeschikkingstelling van personeel
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin een naheffingsaanslag in de omzetbelasting aan Stichting X was opgelegd. De naheffingsaanslag betrof het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 30 juni 2004. Na bezwaar tegen de aanslag handhaafde de Inspecteur deze, waarna de Rechtbank te 's-Gravenhage het beroep van belanghebbende ongegrond verklaarde. Belanghebbende ging in hoger beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Rechtbank en de naheffingsaanslag vernietigde. De Staatssecretaris van Financiën stelde hiertegen cassatie in.
De Hoge Raad oordeelt dat de terbeschikkingstelling van personeel geen deel uitmaakt van de overgang van een algemeenheid van goederen, zoals bedoeld in artikel 31 van de Wet op de omzetbelasting 1968. De Hoge Raad verwijst naar de relevante artikelen van de Zesde richtlijn en het arrest van het Hof van Justitie. De Hoge Raad concludeert dat het Hof een onjuist rechtsoordeel heeft gegeven door te stellen dat de terbeschikkingstelling van personeel onder de overgang van een algemeenheid van goederen valt. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de interpretatie van de omzetbelasting in relatie tot de terbeschikkingstelling van personeel en de voorwaarden waaronder deze terbeschikkingstelling belast is. De Hoge Raad benadrukt dat de wetgeving en jurisprudentie duidelijk maken dat dergelijke diensten niet onder de overgang van een algemeenheid van goederen vallen, wat belangrijke implicaties heeft voor de belastingheffing in vergelijkbare situaties.