ECLI:NL:HR:2010:BL0005
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van het arrest van het gerechtshof te Amsterdam inzake de vordering tot het verhelpen van gebreken door DEM MANAGEMENT SERVICES B.V.
In deze zaak heeft DEM MANAGEMENT SERVICES B.V. (hierna: DEM) in cassatie beroep ingesteld tegen een eindarrest van het gerechtshof te Amsterdam, dat op 21 juli 2009 was gewezen. DEM had eerder in kort geding een vordering ingesteld tegen [verweerster] om gebreken te verhelpen en onderhoud te verrichten. De voorzieningenrechter had deze vordering op 25 september 2008 afgewezen. DEM ging in hoger beroep, waarbij zij haar eis vermeerderde. Het hof bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter en wees de vermeerderde eis af.
In cassatie betoogde DEM dat het hof ten onrechte had aangenomen dat zij had afgezien van het indienen van een antwoordakte. De Hoge Raad oordeelde dat uit overgelegde stukken bleek dat DEM op 28 april 2009 wel degelijk een antwoordakte had ingediend. Dit leidde de Hoge Raad tot de conclusie dat het hof de zaak niet op de juiste grondslag had beoordeeld, wat aanleiding gaf tot vernietiging van het arrest van het gerechtshof.
De Hoge Raad vernietigde het arrest en verwees de zaak terug naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing. Tevens werden de kosten van het geding in cassatie gereserveerd, waarbij de Hoge Raad de kosten aan de zijde van DEM en [verweerster] begrootte. Dit arrest is gewezen op 12 maart 2010 en is openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann.