ECLI:NL:HR:2010:BK9263
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de uitleg van 'overbrenging' en 'uitvoer' van afvalstoffen in het kader van de EEG-Verordening
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam, waarbij de verdachte, president-directeur van Trafigura Beheer B.V., buiten vervolging is gesteld. De zaak betreft de uitleg van de begrippen 'overbrenging' en 'uitvoer' van afvalstoffen in het kader van de EEG-Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA). De verdachte had op 5 juli 2006 het schip 'Probo Koala' uitgevoerd vanuit Amsterdam, met als uiteindelijke bestemming Ivoorkust, na een tussenstop in verschillende landen, waaronder Togo en Nigeria. De tenlastelegging omvatte het overbrengen van gevaarlijke afvalstoffen in strijd met de EVOA.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof een te beperkte uitleg heeft gegeven aan de begrippen 'overbrenging' en 'uitvoer'. Volgens de Hoge Raad is de uitvoer van afvalstoffen naar ACS-Staten pas voltooid wanneer deze hun uiteindelijke bestemming hebben bereikt. Dit oordeel is in strijd met het doel van de EVOA, dat gericht is op het beschermen van het milieu, niet alleen in de lidstaten, maar ook in derde landen. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van het Hof en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor een nieuwe behandeling.
De uitspraak benadrukt het belang van een juiste interpretatie van milieuwetgeving en de verantwoordelijkheden van bedrijven bij de overbrenging van afvalstoffen. De zaak illustreert ook de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van een consistente toepassing van het recht, vooral in complexe milieuzaken.