Beoordeling van de vordering
Naar het oordeel van het hof heeft de veroordeelde tot het hierna vermelde bedrag wederrechtelijk voordeel verkregen door middel van of uit baten van de in zijn strafzaak bewezenverklaarde feiten.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de veroordeelde vorenbedoeld voordeel heeft verkregen op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en ontleent aan de inhoud daarvan tevens de schatting van bedoeld voordeel.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest met bewijsmiddelen vereist in een aan dit arrest gehechte bijlage worden opgenomen.
Motivering van de op te leggen maatregel
Bij het bepalen van het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel heeft het hof onder andere acht geslagen op het zich in het dossier van de strafzaak tegen de veroordeelde met rolnummer 22-001804-07 bevindende Rapport Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel van [betrokkene] van Politie Hollands Midden, Recherche Expertise, op 22 december 2005 opgemaakt en ondertekend door [verbalisant 1], rapporteur en op het rapport Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht van het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie, april 2005.
Uit het zich in bovengenoemd strafdossier bevindende proces-verbaal van Politie Hollands Midden, kenmerk: RE-VM-241-2005, blijkt dat in de loods van de veroordeelde, gelegen op een terrein tegenover [b-straat 1] te Leiden, 1350 hennepplanten zijn aangetroffen.
Ter zake van het aantal gram opbrengst per plant neemt het hof bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde als gebruikelijk 22 gram per plant als uitgangspunt.
Bij de berekening van de door de veroordeelde genoten opbrengst uit de verkoop van de door hem geteelde hennep gaat het hof als gebruikelijk uit van het bedrag van EUR 2.000,- per kilo.
Ter zake van de afschrijvingskosten gaat het hof uit van EUR 750,- per oogst.
Ter zake van de directe kosten stelt het hof deze, gelet op het eerdergenoemde rapport van het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie, op EUR 4,40 per plant.
Het hof houdt bij de berekening van de door de veroordeelde gemaakte kosten ter zake van de hennepkwekerij geen rekening met eventueel gemaakte energiekosten, nu het hof hiervan niet is gebleken, en evenmin met de kosten voor de ruimte waarin de kwekerij is aangetroffen, nu dit een door de veroordeelde, blijkens een door hem d.d. 7 december 2005 bij de politie afgelegde verklaring (PL1641/05-251519), ongeveer 15 jaren geleden zelf gebouwde loods betreft. Het hof is niet gebleken dat de veroordeelde ter zake van deze loods nog kosten had welke in de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel zouden moeten worden meegenomen.
Uit het hiervoor overwogene volgt de volgende berekening:
de opbrengst:
22 gram x 1.350 planten = 29,70 kg
29,70 kg x EUR 2.000,- = EUR 59.400,-
Opbrengst EUR 59.400,-
de kosten:
afschrijvingEUR 750,-
directe kosten
EUR 4.40 x 1350 plantenEUR 5.940,-
Totale kosten EUR 6.690,-
Totaal voordeel: opbrengst - kosten EUR 52.710,-
Nu naar het oordeel van het hof aannemelijk is dat de verdachte, gelet op de omvang van de kwekerij, hulp heeft gehad van derden, gaat het hof uit van door de veroordeelde gemaakte personeelskosten.
Gelet op bovenstaande stelt het hof het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op EUR 40.000,- (veertigduizend euro)."