ECLI:NL:HR:2010:BK9172

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/03410
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming gehuurde wegens toerekenbare tekortkoming in nakoming huurovereenkomst

In deze zaak gaat het om de ontbinding van een huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde door de huurder, [eiser], wegens toerekenbare tekortkomingen in de nakoming van de huurovereenkomst. De procedure begint met een dagvaarding door Woonplus, de verhuurder, die op 28 oktober 2005 bij de rechtbank Rotterdam, sector kanton, locatie Schiedam, de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde vordert. De huurder, [eiser], heeft de vorderingen bestreden. De kantonrechter heeft in een eindvonnis van 16 januari 2007 de vorderingen afgewezen. Woonplus gaat in hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 16 april 2008 het vonnis van de kantonrechter vernietigt en de huurovereenkomst ontbindt, waarbij [eiser] wordt veroordeeld het gehuurde te ontruimen. Tegen dit eindarrest stelt [eiser] cassatie in. De Hoge Raad behandelt de zaak en oordeelt dat de klachten in de cassatie niet tot cassatie kunnen leiden, zoals ook geconcludeerd door de Advocaat-Generaal L. Strikwerda. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Woonplus zijn begroot op € 374,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Het arrest is gewezen op 5 maart 2010 en openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

5 maart 2010
Eerste Kamer
08/03410
EE/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. R.T.R.F. Carli,
t e g e n
STICHTING WOONPLUS SCHIEDAM,
gevestigd te Schiedam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. L.Ph.J. baron van Utenhove.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Woonplus.
1. Het geding in feitelijke instanties
Woonplus heeft bij exploot van 28 oktober 2005 [eiser] gedagvaard voor de rechtbank Rotterdam, sector kanton, locatie Schiedam en gevorderd, kort gezegd, ontbinding van de huurovereenkomst tussen [eiser] en Woonplus en [eiser] te veroordelen het gehuurde te ontruimen.
[Eiser] heeft de vorderingen bestreden.
De kantonrechter heeft, na bij tussenvonnis van 6 december 2005 een comparitie van partijen te hebben gelast en bij tussenvonnis van 28 maart 2006 een getuigenverhoor te hebben bevolen, bij eindvonnis van 16 januari 2007 de vorderingen afgewezen.
Tegen het eindvonnis van de kantonrechter heeft Woonplus hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Bij tussenarrest van 30 mei 2007 heeft het hof een comparitie van partijen gelast. Bij eindarrest van 16 april 2008 heeft het hof het vonnis van de kantonrechter vernietigd en, opnieuw rechtdoende, de huurovereenkomst tussen partijen ontbonden en [eiser] veroordeeld het gehuurde te ontruimen.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Woonplus heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Woonplus begroot op € 374,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 5 maart 2010.