ECLI:NL:HR:2010:BK9150
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Bepaling van de ingangsdatum van een voorlopige machtiging tot voortgezet verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 februari 2010 uitspraak gedaan over de ingangsdatum van een voorlopige machtiging tot voortgezet verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis. De verzoekster, die in het psychiatrisch ziekenhuis GGZ inGeest verbleef, had een verzoek ingediend tot verlenging van haar machtiging tot voortgezet verblijf. De officier van justitie in het arrondissement Haarlem had op 11 september 2009 een verzoek ingediend bij de rechtbank voor een voorlopige machtiging, maar dit verzoek werd pas ingediend na het verstrijken van de geldigheidsduur van de eerdere machtiging. De rechtbank had op 24 september 2009 de machtiging verleend voor de duur van zes maanden, ingaande op diezelfde datum. De Hoge Raad oordeelde dat de officier van justitie het verzoekschrift te laat had ingediend, waardoor er ten tijde van de indiening geen geldige machtiging meer was. Dit leidde tot de conclusie dat de rechtbank de ingangsdatum van de machtiging niet op 24 september 2009 had kunnen stellen, maar op 10 september 2009, de laatste dag van de geldigheidsduur van de eerdere machtiging. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de rechtbank voor zover deze de ingangsdatum van de voorlopige machtiging bepaalde op 24 september 2009 en stelde deze in plaats daarvan vast op 10 september 2009, zodat de voorlopige machtiging geldig was tot en met 10 maart 2010.