ECLI:NL:HR:2010:BK9035
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Geweld in de zin van artikel 312 Sr bij winkeldiefstal
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 maart 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1964, was gedetineerd en had beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor winkeldiefstal, waarbij hij dertien verpakkingen zalm had weggenomen uit een winkel. De feiten vonden plaats op 1 december 2007, toen de verdachte, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, de zalm had gestolen en daarbij geweld had gebruikt tegen een medewerkster van de winkel, [slachtoffer]. Het Hof had geoordeeld dat het trekken aan de arm van [slachtoffer] door de verdachte als geweld moest worden aangemerkt in de zin van artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht.
De Hoge Raad heeft het oordeel van het Hof bevestigd en geoordeeld dat het handelen van de verdachte, waarbij hij aan de onderarm van [slachtoffer] trok om haar weg te trekken van de uitgang, inderdaad als geweld kan worden gekwalificeerd. De Hoge Raad verwierp het cassatiemiddel dat stelde dat enkel lichamelijk letsel als bewijs voor geweld kan dienen. De Hoge Raad oordeelde dat de gebezigde bewijsmiddelen voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van geweld in de zin van artikel 312 Sr. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de eerdere beslissing van het Hof en verwerpt het beroep van de verdachte.