ECLI:NL:HR:2010:BK8947
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de uitspraak door verzuim in getuigenverzoek in verkeerszaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 februari 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, geboren in 1968 en ten tijde van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats, was in hoger beroep veroordeeld voor een verkeersongeval dat op 1 november 2002 plaatsvond te Diemen. Tijdens dit ongeval raakte een passagier in een tegemoetkomende bestelbus, genaamd [slachtoffer], zwaar gewond. De verdachte had zich onvoorzichtig en onoplettend gedragen als bestuurder van zijn BMW, wat leidde tot het ongeval.
De verdediging had in hoger beroep verzocht om het horen van twee getuigen, een arts en een verpleegkundige, die de verdachte in het ziekenhuis hadden behandeld. Dit verzoek werd echter niet door het Hof behandeld, wat volgens de Hoge Raad een verzuim opleverde. De Hoge Raad oordeelde dat het verzuim om op het getuigenverzoek te beslissen, ingevolge de artikelen 330 en 415 van het Wetboek van Strafvordering, tot nietigheid van de uitspraak leidde.
De Hoge Raad vernietigde daarom de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan. De uitspraak benadrukt het belang van een uitdrukkelijke beslissing op verzoeken tot het horen van getuigen in strafzaken, en bevestigt dat het niet behandelen van dergelijke verzoeken kan leiden tot nietigheid van de uitspraak.