ECLI:NL:HR:2010:BK8854
Hoge Raad
- Herziening
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Groningen inzake diefstal door twee of meer verenigde personen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 januari 2010 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een eerder vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Groningen. De aanvraagster, vertegenwoordigd door mr. G. Ocak, had een herziening aangevraagd van een vonnis dat haar op 19 maart 2004 was opgelegd, waarin zij was veroordeeld voor diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd, tot een gevangenisstraf van twee maanden. De Hoge Raad heeft de aanvraag tot herziening beoordeeld aan de hand van de relevante artikelen uit het Wetboek van Strafvordering, met name art. 457 en 459 Sv. Deze artikelen stellen strikte eisen aan de gronden voor herziening, waarbij nieuwe feiten of omstandigheden moeten worden aangetoond die niet eerder aan de orde zijn gekomen en die een vrijspraak of een andere uitkomst van de zaak zouden kunnen rechtvaardigen. De Hoge Raad concludeerde dat de aanvrage niet voldeed aan deze eisen, omdat de gestelde omstandigheden niet als een geldig beroep op herziening konden worden aangemerkt. Daarom werd de aanvraag niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van de strikte voorwaarden voor herziening in het strafrecht en de noodzaak voor een solide onderbouwing van nieuwe feiten.