ECLI:NL:HR:2010:BK8836
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- H.A.G. Splinter-van Kan
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over voldoende verdenking bij overtreding van de Opiumwet op basis van anonieme meldingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 januari 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het telen van hennepplanten in de periode van 1 januari 2006 tot en met 29 maart 2006. De zaak kwam aan het licht door anonieme meldingen die waren gedaan in het kader van 'Meld Misdaad Anoniem'. De meldingen gaven aanleiding tot een politieonderzoek, waarbij de woning van de verdachte zonder toestemming werd betreden. De verdediging stelde dat het bewijs dat was verkregen door deze onrechtmatige betreding niet gebruikt mocht worden, omdat er geen redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit zou bestaan.
Het Hof oordeelde echter dat de anonieme meldingen voldoende aanwijzingen gaven voor een redelijk vermoeden van schuld aan een overtreding van de Opiumwet. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en stelde dat de feitenrechter in deze zaak de aan de meldingen verbonden omstandigheden op juiste wijze had gewogen. De Hoge Raad benadrukte dat de toetsing van de feitenrechter in cassatie beperkt is en dat het oordeel van het Hof niet onbegrijpelijk was.
De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, waarmee de eerdere uitspraak van het Hof in stand bleef. Dit arrest onderstreept het belang van anonieme meldingen in het strafrecht en de mogelijkheden die deze bieden voor opsporing, mits er voldoende aanwijzingen zijn voor een redelijk vermoeden van schuld.