ECLI:NL:HR:2010:BK8831
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie over noodweerexces en bewijsvoering in schietincident te Rotterdam
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 januari 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was in hoger beroep veroordeeld voor het afvuren van meerdere schoten op een slachtoffer tijdens een conflict op 1 mei 2005 in Rotterdam. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak gedeeltelijk vernietigd, maar de veroordeling in stand gehouden, met uitzondering van de opgelegde gevangenisstraf die werd verminderd. De zaak draaide om de vraag of de verdachte in een noodweersituatie handelde en of de bewijsvoering door het Hof correct was. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof het proces-verbaal van de politie als bewijsmiddel had kunnen gebruiken, ondanks dat het enkele deskundige mededelingen bevatte. De Hoge Raad concludeerde dat de omstandigheden van het schietincident niet voldoende waren om te stellen dat de verdachte in een noodweerexces handelde. De Hoge Raad benadrukte dat de tijd tussen de aanranding en het schieten te kort was om te concluderen dat de verdachte niet meer in staat was om zijn boosheid te beheersen. De uitspraak van de Hoge Raad heeft belangrijke implicaties voor de beoordeling van noodweer en de rol van deskundigen in de bewijsvoering.