ECLI:NL:HR:2010:BK8252
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- W.M.E. Thomassen
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Hertogenbosch in strafzaak
Op 5 januari 2010 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 07/13693. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 6 december 2007 was gewezen in de strafzaak met nummer 20/002692-06. De verdachte, geboren in 1960, had mr. G. Spong als advocaat aangesteld om het cassatieberoep te ondersteunen. In de schriftelijke toelichting die aan het arrest was gehecht, werd een middel van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal, de heer Knigge, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad uiteindelijk heeft overgenomen.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest geoordeeld dat het voorgestelde middel niet tot cassatie kan leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat bepaalt dat een nadere motivering niet vereist is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft derhalve het beroep verworpen, wat betekent dat de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is uitgesproken door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren W.M.E. Thomassen en M.A. Loth, in aanwezigheid van griffier S.P. Bakker.