ECLI:NL:HR:2010:BK8105

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/04666
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over voorlopige machtiging tot opname in psychiatrisch ziekenhuis en hoor en wederhoor

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 januari 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de verlening van een voorlopige machtiging tot opname in een psychiatrisch ziekenhuis. De officier van justitie in het arrondissement 's-Gravenhage had op 7 augustus 2009 verzocht om een voorwaardelijke machtiging tot opneming van betrokkene. De rechtbank 's-Gravenhage heeft na een mondelinge behandeling op 1 september 2009 de officier van justitie de gelegenheid gegeven om een andere machtiging te verzoeken. Op 1 oktober 2009 diende de officier van justitie een nieuw verzoek in, waarbij een geneeskundige verklaring werd overgelegd. De rechtbank heeft betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman, en de behandelend arts op 27 oktober 2009 gehoord en verleende bij eindbeschikking op diezelfde datum de verzochte machtiging voor de duur van zes maanden. Betrokkene heeft tegen deze eindbeschikking beroep in cassatie ingesteld.

In de cassatieprocedure heeft de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering vereist is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep dan ook verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

29 januari 2010
Eerste Kamer
09/04666
DV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Betrokkene],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. O.C. Bondam,
t e g e n
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT 'S-GRAVENHAGE,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene en de officier van justitie.
1. Het geding in feitelijke instantie
De officier van justitie in het arrondissement 's-Gravenhage heeft op 7 augustus 2009 verzocht om een voorwaardelijke machtiging tot opneming in een psychiatrisch ziekenhuis. De rechtbank 's-Gravenhage heeft, na mondelinge behandeling, bij tussenbeschikking van 1 september 2009 de officier van justitie in de gelegenheid gesteld alsnog een andere machtiging te verzoeken. De officier van justitie heeft op 1 oktober 2009, onder overlegging van een door [betrokkene 1] ondertekende geneeskundige verklaring, een nieuw verzoek ingediend bij de rechtbank tot het verlenen van primair een voorlopige machtiging en subsidiair een voorwaardelijke machtiging tot voortgezet verblijf van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis.
Nadat de rechtbank betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman, alsmede de behandelend arts [betrokkene 2], op 27 oktober 2009 had gehoord, heeft zij bij eindbeschikking van diezelfde datum de verzochte machtiging verleend voor de duur van zes maanden.
De eindbeschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de eindbeschikking van de rechtbank heeft betrokkene beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A. Hammerstein, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 29 januari 2010.