ECLI:NL:HR:2010:BK8086
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Hammerstein
- O. de Savornin Lohman
- W.D.H. Asser
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de verdeling van een nalatenschap en de gevolgen van een onherroepelijke volmacht
In deze zaak heeft verzoekster, wonende in Australië, cassatie ingesteld tegen de beschikking van het gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de verdeling van een nalatenschap en de vraag of de kantonrechter terecht het verzoek van verzoekster om drie deskundigen te benoemen voor de waardebepaling van een pand heeft afgewezen. De kantonrechter had op 3 juni 2008 het verzoek afgewezen, waarna verzoekster in hoger beroep ging. Het gerechtshof bekrachtigde op 26 mei 2009 de beschikking van de kantonrechter en wees het meer of anders verzochte af. Verzoekster heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld, waarbij de verweerders in cassatie, bestaande uit meerdere partijen, het beroep niet-ontvankelijk wilden verklaren of verwerpen. De Hoge Raad heeft de conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal gevolgd, die tot verwerping van het beroep strekte op basis van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie konden leiden, omdat zij geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling aan de orde stelden. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en verzoekster in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 345,38 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris aan de zijde van de verweerders 1 t/m 4, terwijl aan de zijde van verweerders 5 en 6 de kosten op nihil zijn vastgesteld.