ECLI:NL:HR:2010:BK6682
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Verhaal gemaakte kosten van bijstand en draagkracht in civiel recht
In deze zaak heeft de Gemeente Apeldoorn op 4 mei 2006 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Zutphen. De Gemeente verzocht om te bepalen dat [verzoeker] de gemaakte kosten van bijstand over de periode van 6 augustus 2004 tot en met 31 augustus 2005, ter hoogte van € 5.207,73, aan de Gemeente zou voldoen. [Verzoeker] is niet verschenen tijdens de zittingen. De rechtbank heeft op 11 juli 2006 het verzoek van de Gemeente toegewezen. Hierop heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. Na een mondelinge behandeling heeft het hof op 9 juni 2009 de beschikking van de rechtbank bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft [verzoeker] cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Gemeente is in deze procedure verstek verleend.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft op 5 februari 2010 de beschikking gegeven, waarbij het beroep van [verzoeker] werd verworpen. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer W.A.M. van Schendel.