ECLI:NL:HR:2010:BK6682

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/03638
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhaal gemaakte kosten van bijstand en draagkracht in civiel recht

In deze zaak heeft de Gemeente Apeldoorn op 4 mei 2006 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Zutphen. De Gemeente verzocht om te bepalen dat [verzoeker] de gemaakte kosten van bijstand over de periode van 6 augustus 2004 tot en met 31 augustus 2005, ter hoogte van € 5.207,73, aan de Gemeente zou voldoen. [Verzoeker] is niet verschenen tijdens de zittingen. De rechtbank heeft op 11 juli 2006 het verzoek van de Gemeente toegewezen. Hierop heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. Na een mondelinge behandeling heeft het hof op 9 juni 2009 de beschikking van de rechtbank bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft [verzoeker] cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Gemeente is in deze procedure verstek verleend.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in het cassatierekest zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, er geen nadere motivering nodig is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft op 5 februari 2010 de beschikking gegeven, waarbij het beroep van [verzoeker] werd verworpen. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer W.A.M. van Schendel.

Uitspraak

5 februari 2010
Eerste Kamer
09/03638
DV/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. L.C. Blok,
t e g e n
DE GEMEENTE APELDOORN,
zetelende te Apeldoorn,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [verzoeker] en de Gemeente.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 4 mei 2006 ter griffie van de rechtbank Zutphen ingediend verzoekschrift heeft de Gemeente verzocht, kort gezegd, te bepalen dat [verzoeker] wegens de gemaakte kosten van bijstand over de periode van 6 augustus 2004 tot en met 31 augustus 2005 aan de Gemeente voldoet de totaalsom van € 5.207,73.
[Verzoeker] is niet verschenen.
De rechtbank heeft bij beschikking van 11 juli 2006 het verzoek toegewezen.
Tegen deze beschikking heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem.
Na mondelinge behandeling heeft het hof bij beschikking van 9 juni 2009 de bestreden beschikking bekrachtigd.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de Gemeente is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep met toepassing van art. 81 RO.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.A.M. van Schendel op 5 februari 2010.