ECLI:NL:HR:2010:BK6672

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/02649 en 08/02674
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over non-conformiteit en dwaling bij koop van bedrijfspand

In deze zaak heeft eiser [A] Muntschar c.s. gedagvaard voor de rechtbank Leeuwarden, waarbij hij vorderde dat Muntschar c.s. hoofdelijk zouden worden veroordeeld tot betaling van schade die hij zou lijden als gevolg van toerekenbaar tekortschieten en/of onrechtmatig handelen, dan wel dwaling. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 11 augustus 2004 een comparitie van partijen gelast en heeft in het eindvonnis van 8 december 2004 Muntschar c.s. veroordeeld tot betaling van € 84.150,-- aan [A]. Muntschar en [B] c.s. hebben hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden, dat beide zaken gezamenlijk heeft behandeld. Het hof heeft op 27 februari 2008 het eindvonnis van de rechtbank vernietigd en de vorderingen van [A] afgewezen, met veroordeling tot terugbetaling van de door Muntschar en [B] c.s. betaalde bedragen, vermeerderd met wettelijke rente. Tegen dit arrest heeft [A] cassatie ingesteld, waarbij de zaken zijn ingeschreven onder nr. 08/02649 en 08/02674. De Hoge Raad heeft op 19 februari 2010 het cassatieberoep verworpen, waarbij de kosten van het geding in cassatie zijn begroot op € 2.596,34 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden, zonder dat nadere motivering nodig was, gezien artikel 81 RO.

Uitspraak

19 februari 2010
Eerste Kamer
08/02649 en 08/02674
DV/SV
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak met nr. 08/02649 van:
[A],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt,
t e g e n
MUNTSCHAR B.V.,
gevestigd te Zwolle,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. R.A.A. Duk,
en in de zaak met nr. 08/02674 van:
[A],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. E. Grabandt,
t e g e n
1. [B],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [C],
3. [D],
beiden wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. R.A.A. Duk.
Partijen zullen in beide zaken hierna ook worden aangeduid als [A] en Muntschar c.s., verweerster in de zaak 08/02649 ook als Muntschar en verweerders in de zaak 08/02674 ook als [B] c.s.
1. Het geding in feitelijke instanties
[A] heeft bij exploot van 17 mei 2004 Muntschar c.s. gedagvaard voor de rechtbank Leeuwarden en gevorderd, kort gezegd, Muntschar c.s. hoofdelijk te veroordelen om aan [A] te betalen de schade die hij lijdt ten gevolge van het toerekenbaar tekortschieten en/of onrechtmatig handelen van Muntschar c.s. dan wel de dwaling waarin [A] verkeerde zoals in de dagvaarding beschreven, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
Muntschar c.s. hebben de vordering bestreden.
De rechtbank heeft, na bij tussenvonnis van 11 augustus 2004 een comparitie van partijen te hebben gelast, bij eindvonnis van 8 december 2004 Muntschar c.s. hoofdelijk veroordeeld tot betaling aan [A] van een bedrag van € 84.150,--.
Tegen dit eindvonnis hebben Muntschar en [B] c.s. ieder afzonderlijk hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden.
Het hof heeft beide zaken gezamenlijk behandeld en bij arrest van 27 februari 2008 het eindvonnis van de rechtbank vernietigd. Opnieuw rechtdoende heeft het hof de vorderingen van [A] tegen Muntschar en [B] c.s. afgewezen, met veroordeling tot terugbetaling van de bedragen die Muntschar en [B] c.s. ter uitvoering van het bestreden vonnis hadden voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de datum van betaling.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. De gedingen in cassatie
Tegen het arrest van het hof (in beide zaken) heeft [A] beroep in cassatie ingesteld. De zaak van [A] tegen Muntschar is ingeschreven onder nr. 08/02649 en die tegen [B] c.s. onder nr. 08/02674. Muntschar heeft bij incidentele conclusie gevorderd dat de Hoge Raad de zaken 08/02649 en 08/02674 zal voegen. De cassatiedagvaardingen zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Bij rolbeschikking van 5 september 2008 heeft de Hoge Raad de voeging van de zaak 08/02649 met de zaak 08/02674 bevolen.
Muntschar c.s. hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor [A] toegelicht door mr. E. Grabandt en mr. L. van den Eshof, en voor Muntschar c.s. door mr. M. Ynzonides en mr. J. van der Beek, advocaten te Amsterdam.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekt zowel in de zaak 08/02649 als in de zaak 08/02674 tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [A] heeft bij brief van 23 december 2009 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel in beide zaken
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [A] in de kosten van het geding in cassatie, daaronder begrepen de kosten van het incident, tot op deze uitspraak aan de zijde van Muntschar en [B] c.s. begroot op € 2.596,34 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.A.M. van Schendel op 19 februari 2010.