ECLI:NL:HR:2010:BK6588
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Verkrijgende verjaring van erfdienstbaarheid van overpad en beoordeling van goede trouw
In deze zaak gaat het om de verkrijgende verjaring van een erfdienstbaarheid van overpad en de beoordeling van de goede trouw van de betrokken partijen. De Hoge Raad behandelt een cassatieberoep van [eiser] tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 25 oktober 2007 het vonnis van de rechtbank heeft vernietigd en de primaire vordering van [verweerder] heeft toegewezen. De zaak draait om de vraag of [verweerder] door verjaring een recht van overpad heeft verkregen met betrekking tot een voetpad dat eigendom is van [eiser]. De rechtbank had deze vraag ontkennend beantwoord, maar het hof kwam tot een ander oordeel, waarbij het de goede trouw van [verweerder] op 14 oktober 1983 als voldoende beschouwde. De Hoge Raad oordeelt dat de beoordeling van de goede trouw moet plaatsvinden op het moment waarop de machtspositie van [verweerder] ontstond, en dat de goede trouw niet verloren gaat door de latere ontdekking dat hij geen rechthebbende is. De Hoge Raad verwerpt het beroep van [eiser] en bevestigt de uitspraak van het hof, waarbij [eiser] in de kosten van het geding in cassatie wordt veroordeeld.