ECLI:NL:HR:2010:BK6358
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de Wet beëdigde tolken en vertalers en verzoek tot overname van tenuitvoerlegging
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank te Roermond van 6 mei 2009, waarin een verzoek van de Minister van Justitie van Duitsland tot overname van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing werd behandeld. De veroordeelde, geboren in 1962, heeft het beroep ingesteld. De advocaat van de veroordeelde, mr. A.C.J. Lina, heeft bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld, welke aan het arrest zijn gehecht.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft op 2 februari 2010 uitspraak gedaan in deze zaak. De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering, aangezien de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en J.W. Ilsink, in aanwezigheid van waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven. De uitspraak is gedaan op 2 februari 2010.