ECLI:NL:HR:2010:BK6351
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Toegang tot erf door inklimming in strafzaak tegen verdachte
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 februari 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De verdachte, die gedetineerd was in het Huis van Bewaring 'Bon Futuro' op Curaçao, was veroordeeld voor diefstal waarbij hij zich toegang had verschaft tot het erf van de rechthebbende door over een omheining van cactussen te springen. De Hoge Raad beoordeelde of het Hof terecht had vastgesteld dat er sprake was van inklimming in de zin van artikel 324 SrNA. De verdachte had op 17 februari 2006 een kapmes, een Bonsai plant, twee zagen, een gereedschapskist en twee zwaarden weggenomen van het erf van de benadeelde partij, zonder toestemming. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof op basis van de gebezigde bewijsmiddelen terecht had geoordeeld dat de verdachte zich de toegang tot het erf had verschaft door middel van inklimming. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, waarbij werd opgemerkt dat de middelen van cassatie niet konden leiden tot cassatie.