ECLI:NL:HR:2010:BK6350
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem in strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, gedateerd 23 oktober 2008, in de strafzaak tegen een verdachte die ten tijde van de betekening gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Tilburg'. Het beroep is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. H.J. Veen, advocaat te Utrecht. De advocaat heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht en daarvan deel uitmaken. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad uiteindelijk ook heeft gedaan. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 16 februari 2010 geoordeeld dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De beslissing van de Hoge Raad is dat het beroep wordt verworpen, en dit arrest is uitgesproken door vice-president F.H. Koster, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en J.W. Ilsink, in aanwezigheid van waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven.