ECLI:NL:HR:2010:BK6147
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de bewezenverklaring van het strafbare feit van diefstal van elektriciteit in vereniging
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 februari 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte was beschuldigd van diefstal van elektriciteit, gepleegd in de periode van 15 maart 2006 tot en met 25 april 2006, tezamen en in vereniging met een ander. De verdachte had een hennepplantage ingericht en daarbij de elektriciteitsmeter gesaboteerd om de kosten te verlagen. De bewezenverklaring van het feit dat het strafbare feit 'tezamen en in vereniging met een ander' was gepleegd, kon niet zonder meer worden afgeleid uit de inhoud van de bewijsmiddelen. De Hoge Raad oordeelde dat de bestreden uitspraak niet naar de eisen der wet met redenen was omkleed, wat leidde tot de vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 2 tenlastegelegde en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling op het bestaande hoger beroep. De Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige, en de raadsman van de verdachte had schriftelijk gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal, die had geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering van de bewezenverklaring in strafzaken.