ECLI:NL:HR:2010:BK6141
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake overschrijding redelijke termijn
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 4 januari 2008 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1981, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. E.Th. Hummels. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling van de zaak. De Hoge Raad heeft de middelen van cassatie beoordeeld en vastgesteld dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is gebaseerd op artikel 81 RO, waarbij de Hoge Raad oordeelt dat de middelen geen rechtsvragen oproepen die van belang zijn voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling.
Daarnaast heeft de Hoge Raad ambtshalve de bestreden uitspraak beoordeeld. Het is vastgesteld dat er meer dan twee jaar zijn verstreken sinds het instellen van het cassatieberoep, wat betekent dat de redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM is overschreden. Ondanks deze overschrijding, en de opgelegde geldboete van € 50,- of één dag hechtenis, heeft de Hoge Raad besloten dat er geen rechtsgevolgen aan deze overschrijding verbonden hoeven te worden. De Hoge Raad verwerpt uiteindelijk het beroep, en dit arrest is uitgesproken op 9 februari 2010 door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.