ECLI:NL:HR:2010:BK5175
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- C.H.W.M. Sterk
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van vrijspraak in zaak tegen de Hofstadgroep met betrekking tot organisatie en aanzetten tot haat
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 februari 2010 uitspraak gedaan in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft de vrijspraak van een verdachte die werd beschuldigd van deelname aan een organisatie die tot doel had het plegen van (terroristische) misdrijven, waaronder het aanzetten tot haat, discriminatie en geweld. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof een onjuiste uitleg had gegeven aan de term 'organisatie' zoals bedoeld in de artikelen 140 en 140a van het Wetboek van Strafrecht. Het Hof had ten onrechte gesteld dat een organisatie alleen kan worden aangemerkt als er sprake is van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband met gemeenschappelijke regels en doelstellingen. De Hoge Raad concludeerde dat het Hof de grondslag van de tenlastelegging had verlaten door deze te beperkte definitie te hanteren.
Daarnaast oordeelde de Hoge Raad dat het Hof ook een onjuiste betekenis had toegekend aan de bewoordingen 'aanzetten tot haat, discriminatie en geweld' in de tenlastelegging, die ontleend zijn aan artikel 137d Sr. De Hoge Raad benadrukte dat de bescherming van kwetsbare groepen niet betekent dat andere groepen niet kunnen worden aangesproken op hun gedrag. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling.
Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de interpretatie van de termen 'organisatie' en 'aanzetten tot haat' in het strafrecht, en benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van de feiten en omstandigheden in dergelijke zaken.