ECLI:NL:HR:2010:BK5172
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- C.H.W.M. Sterk
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van vrijspraak in zaak tegen de Hofstadgroep met betrekking tot organisatie en aanzetten tot haat
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 februari 2010 uitspraak gedaan in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft de 'Hofstadgroep', waarbij de verdachte was vrijgesproken van deelname aan een organisatie die tot doel had het plegen van (terroristische) misdrijven. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof een onjuiste uitleg had gegeven aan de term 'organisatie' zoals bedoeld in de artikelen 140 en 140a van het Wetboek van Strafrecht. Het Hof had ten onrechte gesteld dat een organisatie alleen kan worden aangemerkt als er sprake is van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband met gemeenschappelijke regels en doelstellingen. De Hoge Raad concludeerde dat deze maatstaf te beperkt was en dat de term 'organisatie' in de tenlastelegging niet correct was geïnterpreteerd.
Daarnaast oordeelde de Hoge Raad dat het Hof ook een onjuiste betekenis had toegekend aan de bewoordingen 'aanzetten tot haat, discriminatie en geweld' zoals bedoeld in artikel 137d Sr. Het Hof had gesteld dat dit artikel enkel bepaalde kwetsbare groepen beschermt, wat niet in lijn was met de tekst en de wetsgeschiedenis van het artikel. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een juiste interpretatie van juridische termen en de noodzaak voor de lagere rechters om de grondslagen van de tenlastelegging nauwkeurig te volgen. Dit arrest heeft implicaties voor de beoordeling van organisaties in het strafrecht en de bescherming van minderheidsgroepen.