ECLI:NL:HR:2010:BK4459
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Uitleg polisbepalingen kredietverzekering en begrip 'storting van de vordering'
In deze zaak gaat het om de uitleg van polisbepalingen in een kredietverzekering, specifiek het begrip 'storting van de vordering'. Eiseres tot cassatie, Atradius Credit Insurance N.V., had een kredietverzekering afgesloten bij de rechtsvoorgangster Gerling NCM. De verzekerde, aangeduid als [verweerster], had een claim ingediend voor onbetaalde facturen van een Ierse vennootschap, International Fibres Ltd. Atradius weigerde de claim op basis van de polisvoorwaarden, die stipuleerden dat er geen schadedreiging mocht zijn op het moment van de claim. De rechtbank Amsterdam wees de vordering van [verweerster] af, maar het gerechtshof vernietigde dit vonnis en kende de vordering toe, waarbij het hof oordeelde dat de afgifte van een cheque door de debiteur als 'storting van de vordering' moest worden beschouwd.
Atradius ging in cassatie tegen deze uitspraak. De Hoge Raad oordeelde dat de uitleg van het hof niet onbegrijpelijk was en dat de afgifte van een cheque inderdaad een handeling is die de debiteur verricht om aan zijn betalingsverplichting te voldoen, ook al is de betaling nog niet voltooid. De Hoge Raad bevestigde dat de afgifte van een cheque een voor de verzekerde kenbare handeling is, en dat de verzekerde in dit geval erop mocht vertrouwen dat de betaling uiteindelijk zou plaatsvinden. De Hoge Raad verwierp het beroep van Atradius en veroordeelde hen in de kosten van het geding in cassatie.