ECLI:NL:HR:2010:BK3167
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Cassatie over motorrijtuigenbelasting en bevestiging van eerdere uitspraken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende motorrijtuigenbelasting. De belanghebbende, aangeduid als X1 te Z, had voor het tijdvak van 20 september 2005 tot en met 19 juni 2006 een bedrag aan motorrijtuigenbelasting voldaan op aangifte. Na bezwaar tegen dit bedrag, dat door de Inspecteur werd afgewezen, heeft de Rechtbank te Arnhem het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard. Hierop heeft de belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem, dat de uitspraak van de Rechtbank heeft bevestigd.
Tegen de uitspraak van het Hof heeft de belanghebbende beroep in cassatie ingesteld, waarbij twee middelen zijn voorgesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De zaak is schriftelijk toegelicht door de advocaten van beide partijen, waarbij de Advocaat-Generaal M.E. van Hilten op 22 oktober 2009 heeft geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep in cassatie, vernietiging van de uitspraak van het Hof en verwijzing naar een ander gerechtshof.
De Hoge Raad heeft de middelen van de belanghebbende echter verworpen op dezelfde gronden als in een eerder arrest (08/04653) en heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken en ondertekend door de vice-president en de raadsheren, met de waarnemend griffier aanwezig.