ECLI:NL:HR:2010:BK2971

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/00907 B
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van cassatieberoep en vereisten voor schriftelijke volmacht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 februari 2010 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een cassatieberoep ingesteld door klaagster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. S.V. Ramdihal. Het cassatieberoep was gericht tegen een beschikking van de Rechtbank Zwolle-Lelystad van 21 november 2007. De Hoge Raad oordeelde dat het faxbericht van de advocaat niet kon worden aangemerkt als een schriftelijke bijzondere volmacht, zoals vereist op grond van artikel 450, eerste lid, aanhef en onder b, van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De advocaat had in zijn faxbericht niet expliciet vermeld dat hij door de klaagster was gemachtigd om het cassatieberoep in te stellen. Dit was een essentiële voorwaarde voor de ontvankelijkheid van het beroep.

De Hoge Raad benadrukte dat een schriftelijke volmacht van een advocaat aan een griffiemedewerker moet inhouden dat de advocaat verklaart door de verdachte of klager bepaaldelijk te zijn gevolmachtigd tot het instellen van beroep in cassatie. Aangezien het faxbericht van mr. Ramdihal deze verklaring niet bevatte, was niet voldaan aan de vereisten voor de ontvankelijkheid van het cassatieberoep. Hierdoor kon de klaagster niet in het cassatieberoep worden ontvangen.

De beslissing van de Hoge Raad was dat de klaagster niet-ontvankelijk werd verklaard in haar beroep. Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de noodzaak van duidelijke en expliciete volmachten in cassatieprocedures onderstreept. De uitspraak is gedaan in raadkamer en openbaar uitgesproken, waarbij de vice-president en twee raadsheren aanwezig waren.

Uitspraak

2 februari 2010
Strafkamer
Nr. 08/00907 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Zwolle-Lelystad van 21 november 2007, nummer RK 07/659, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[Klaagster], wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klaagster. Namens deze heeft mr. S.V. Ramdihal, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klaagster in haar cassatieberoep dan wel tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
2.1. Tot de stukken van het geding behoort een door de griffier van de Rechtbank Zwolle-Lelystad ondertekende "Akte rechtsmiddel", inhoudende:
"Zaaknr RK 07/659
Appelnr 07/1351
Op 4 december 2007 kwam ter griffie van deze rechtbank [...],
Bureelambtenaar ter voornoemde griffie
naam [klaagster],
geboren te
wonende te [woonplaats]
adres [a-straat 1],
die verklaarde Cassatie in te stellen tegen de beschikking d.d. 21 november 2007 in de zaak met bovenvermeld zaaknummer gedaan door de Raadkamer Rekesten Lelystad in deze rechtbank."
2.2. Aan deze akte rechtsmiddel is onder meer een faxbericht
gehecht, gericht aan de griffier van de Rechtbank "Zwolle-Lelystad, zittingsplaats Lelystad" inhoudende:
"Datum 4 december 2007
Ons kenmerk 20070697/SR
Parketnummer 07/620333-05
Rekestnummer 07/659
Betreft Machtiging griffier instellen cassatieberoep ex 450 lid 3 Sv
Geachte Griffier,
Hiermede verleent mijn cliënte, [klaagster], wonende aan de [a-straat 1] ([0000 AA]) te [woonplaats], aan u, op grond van de artt. 450 lid 3 jo. 552d lid 2 Sv, bijzondere volmacht tot het aanwenden van het volgende rechtsmiddel:
Cassatieberoep tegen de beschikking van de Rechtbank Zwolle-Lelystad d.d. 21 november 2007, met bovengenoemde parket- en rekestnummer.
In het vertrouwen van u te mogen vernemen.
Hoogachtend,
Sunil V. Ramdihal."
2.3.1. Het faxbericht van mr. Ramdihal houdt in dat zijn cliënte "aan u, op grond van de artt. 450 lid 3 jo. 552d lid 2 Sv, bijzondere volmacht tot het aanwenden van het volgende rechtsmiddel [verleent] (...)". Dit faxbericht kan niet worden aangemerkt als een schriftelijke bijzondere volmacht die op de voet van art. 450, eerste lid aanhef en onder b, Sv door de klaagster zelf aan een griffiemedewerker is verleend.
2.3.2. Een schriftelijke volmacht van een advocaat aan een griffiemedewerker om beroep in te stellen moet inhouden de verklaring van de advocaat dat hij door de verdachte respectievelijk de klager bepaaldelijk is gevolmachtigd tot het instellen van beroep in cassatie (vgl. HR 22 december 2009, LJN BJ7810). In aanmerking genomen dat het faxbericht van mr. Ramdihal niet inhoudt dat hij bepaaldelijk door de klaagster is gemachtigd om het rechtsmiddel van cassatie in te stellen, is niet voldaan aan deze voorwaarde.
2.4. Op grond van het voorgaande kan de klaagster niet in het cassatieberoep worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de klaagster niet-ontvankelijk in het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en C.H.W.M. Sterk, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, in raadkamer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 februari 2010.