ECLI:NL:HR:2010:BK2667
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot opvragen IND-dossier in cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 januari 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een verzoek van de verdachte om het opvragen van het IND-dossier, dat door het Hof was afgewezen zonder de afwijzing te motiveren. De verdachte, geboren in 1967 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Utrecht, locatie Nieuwegein', heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. N. van Schaik. De Advocaat-Generaal, Vegter, heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Hof voor herbehandeling van het hoger beroep.
Tijdens de terechtzitting in hoger beroep op 29 april 2008 heeft de voorzitter aangegeven dat er een brief van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) was ontvangen, maar het Hof heeft het verzoek tot opvragen van het IND-dossier niet gemotiveerd. De raadsman van de verdachte heeft verzocht om aanhouding van de behandeling van de zaak om het dossier op te vragen, maar dit verzoek werd afgewezen door de advocaat-generaal, die stelde dat er geen noodzaak was voor het opvragen van het dossier.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het Hof de afwijzing van het verzoek niet naar behoren heeft gemotiveerd, waardoor niet kan worden beoordeeld of het Hof de juiste maatstaf heeft gehanteerd. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest benadrukt het belang van een deugdelijke motivering bij beslissingen van de rechter.