ECLI:NL:HR:2010:BK2133
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- B.C. de Savornin Lohman
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor rijden zonder verzekering
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 7 mei 2008 een verdachte heeft veroordeeld voor het rijden zonder verzekering. De verdachte, geboren in 1960, was ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Haaglanden'. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. T. Scholtus, advocaat te 's-Gravenhage. De Advocaat-Generaal Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen ten aanzien van de kwalificatie van het bewezenverklaarde feit. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de middelen van cassatie niet tot vernietiging kunnen leiden. Dit betekent dat de Hoge Raad de eerdere uitspraak van het Hof in stand houdt, met uitzondering van de kwalificatie van het feit. De Hoge Raad heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 500,- of tien dagen hechtenis, en ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor vier maanden. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 12 januari 2010, waarbij de vice-president F.H. Koster als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en M.A. Loth. De beslissing werd uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier H.J.J. Verhoeven.