ECLI:NL:HR:2010:BK2005
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- W.A.M. van Schendel
- A.H.T. Heisterkamp
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van het arrest van het gerechtshof te Arnhem inzake melkquotum en superheffing bedrijfsopvolgingssituaties
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door [eiser] c.s. tegen de Stichting Twickel. De zaak betreft de toekenning van een melkquotum en de toepassing van de Beschikking superheffing bedrijfsopvolgingssituaties onderbezetting (BOSO). De Hoge Raad heeft op 29 januari 2010 uitspraak gedaan na een eerdere vernietiging door het gerechtshof te Arnhem van een vonnis van de rechtbank Almelo. De rechtbank had de vorderingen van [eiser] c.s. afgewezen, maar het hof had in hoger beroep de vorderingen van [eiser] c.s. toegewezen, wat leidde tot de cassatie door Twickel.
De Hoge Raad oordeelt dat Nederland ervoor heeft gekozen om het jaar 1983 als referentiejaar te hanteren voor de superheffing. Dit betekent dat de heffingvrije hoeveelheid melk die aan [eiser 1] is toegekend, gebaseerd is op de productie in dat jaar. De Hoge Raad stelt vast dat de toekenning van een extra melkquotum aan [eiser 2] op basis van de BOSO ook moet worden bezien in het licht van de omstandigheden van 1983. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak terug voor verdere behandeling.
De Hoge Raad concludeert dat de aanspraken van Twickel op het melkquotum niet zijn geëindigd door de beëindiging van de pachtrelatie en dat de heffingvrije hoeveelheden melk zijn overgegaan naar de erfpachtrelatie. De uitspraak van de Hoge Raad heeft belangrijke implicaties voor de interpretatie van de BOSO en de toepassing van referentiejaartallen in het kader van melkquotum en superheffing.